bram schreef:Het kanon 24 cm IJzer van Finspong heeft in Hellevoetsluis lange tijd dienst gedaan. In het depot van het legermuseum in Delft hebben we in juli 2007 een exemplaar op een raamaffuit bekeken.
Inmiddels heb ik diverse foto's en tekeningen van dit kanon, maar één ding begrijp ik nog niet en dat gaat over de wijze van afvuren van dit kanon. De schietbuis heeft een zundgat. Bij het gereedschap behorende tot dit kanon behoort ook een aanzetter. Is dat een middel om het projectiel verder in de loop te duwen?
Wat doet het gereedschap genaamd: "aftrekker".
Is het mogelijk dat er achter een kardoes werd geplaatst en dat het kanon afgevuurd werd d.m.v. het zundgat?
De bijlage is een deel van een tekening met als titel: "Projectielen, laad- en bedienings gereedschappen tot kanons van 24 cm."
Ik lees graag reacties.
Hoi Bram,
Ik zal je verschillende punten in volgorde proberen af te werken. Voor wie niet beken is met het zundgat, dit is een klein buisje in de loop boven de kamer voor de drijflading. Hiermee was het mogelijk om de drijflading aan te steken voor het schot.
De aanzetter is een lange stok, waarmee eerst de granaat op zijn plaats wordt geduwd. Het is namelijk belangrijk dat de granaat goed wordt aandgeduwd:
- opdat elke granaat even diep in de loop wordt geduwd. Hoe dieper de granaat in de loop wordt geduwd, hoe groter de ruimte is voor de gassen van de drijflading en hoe lager de aanvangssnelheid.
- om te voorkomen dat een granaat iets scheef ligt tijdens het afvuren. Het risico hierbij is dat de granaat tijdens het schot niet recht door de loop gaat, wat invloed heeft op de trefzekerheid.
De aftrekker is degene, die aan het touw trekt om het kanon af te vuren.
Voor het afvuren van een 24 cm IJzer wordt eerst de granaat en daarna de drijflading, die verpakt is in een zak, oftewel de kardoes, geladen. Om het kanon af te schieten wordt er gebruikt gemaakt van een wrijvingspijpje. Dit is een klein buisje, dat in het zundgat wordt geplaatst. Aan het pijpje is een oog, waaraan het touw voor de aftrekker wordt bevestigd. Door een fikse ruk aan het touw (Foute woordkeuze) ontstaat er wrijving in het pijpje, waardoor de kruitlading in het pijpje ontvlamt en een vuurstraal naar de kardoes schiet. Hierdoor ontbrandt de drijflading en wordt de granaat afgeschoten. Het gebruik van een wrijvingspijpje mag primitief lijken, het was een grote verbetering ten opzichte van de oude lont. Deze kon nat worden en dus niet branden. In eerste instante waren de pijpjes niet gasafsluitend. Dit betekende dat bij het schot het pijpje werd weggeslingerd en een hete gassen door het zundgat naar buiten kwamen. Dit betekende dat het zundgat na een aantal schoten steeds groter werd. Zeker bij voorladers kan je zien dat het zundgat opnieuw verkleind is, het zogenaamde zunden. Later zijn er gasafsluitende wrijvingspijpjes gekomen, die dit probleem oplosten.
De wrijingspijpjes zijn lange tijd nog door het Nederlandse leger gebruikt. In een handboek uit 1933 vond ik de volgende tekst: "Een voordeel van deze pijpjes is, dat zij goed voldoen aan den ad 2°. genoemden eisch; reden waarom zij zich nog handhaven bij geschut van oudere constructie, hetwelk bestemd is voor het beschieten van levende doelen, en waarbij dus vlug vure een voorname factor is.". In de modernere kanonnen met kardoezen werden de pijpjes vervangen door ontstekingspatronen, die in het sluitstuk werden geplaatst. Dit systeem is nog steeds standaard, zelfs op de Panzerhaubitze 2000, maar met het grote verschil dat de moderne kanonnen zijn uitgerust met een magazijn voor de ontstekingspatronen.
Om nog terug te komen op de 24 cm IJzer, op jouw tekening (Die helaas wat klein is) staan:
1e rij: een pantserdoorborende granaat met een bodemontsteking en een buiskruitgranaat met een kopontsteking.
2e rij: de aanzetter en daarnaast lijkt het de kap om over de monding te plaatsen.
3e rij: de stok kan ik niet goed thuisbrengen, het lijk de stok om een kanon te ontladen (Als het kanon al is geladen als het vuren wordt gestaakt of als de drijflading niet wil ontbranden. De bus rechts daarvan lijkt een opslagbus voor een kardoes te zijn.
4e rij: de poetsstok.
Met vriendelijke groeten,
Caspar